In de 17de eeuw werden er geen bouwtekeningen van schepengemaakt. Aan de hand van o.a. scheepsbestekken, prenten,archeologisch onderzoek en de ervaring van de modelbouwerworden de schepen uit deze periode gereconstrueerd.
De betrouwbaarheid van zo’n reconstructie wordt gecontroleerddoor fotomontages te projecteren op de tekeningen vanWillem van de Velde.Hieronder enkele montageprints van het linieschip “Beschermer”, waaruit globaal zichtbaar wordt hoe dit gebeurd.
Het scheepsportret van de “Beschermer”.In zijn tekening past van de Velde een aantal kunstgrepen toe om het perspectief minder te laten vertekenen en daardoor een realistischer beeld te geven van een schip op afstand. Hij klapt daarbij de spiegel ietwat om en tilt de boeg van het schip iets hoger uit het water.
Deze foto van het model van de “Beschermer” is geconcentreerd op de spiegel van het schip.
Deze foto van het model is geconcentreerd op de zijkant van het schip.
Dit is een montage van foto’s 2 en 3 met opgetilde boeg.
Dit is een mix van het scheepsportret van de Velde met het model. Door dit soort bewerkingen zijn zowel fouten in het model te vinden als fouten in de tekening. Beiden leiden ertoe dat bij elk volgend te maken model het begrip voor de tekeningen toeneemt, met als gevolg steeds betere modellen.
Enkele voorbeelden van fouten: de spiegel van het scheepsmodel is bij de waterlijn goed, bovenaan vrijwel goed en in het midden iets te smal. In de verschansing van het model is de hoogste sprong niet goed geplaatst (zie A). Van de Velde maakt een perspectief fout bij plaatsing van het luikje in de spiegel (zie B). Het blijkt een van de lastigste problemen voor de van de Veldes, gezien de vele correcties bij de plaatsing van de poorten op scheepsportretten. Tenslotte de bolling van het voorste schot (zie C). Vermoedelijk tekent hij dit wat overdreven om de voorste begrenzing van het schip weer te geven, het is in ieder geval boller dan in zijn scheepsportretten met vooraanzicht. Ook fotografisch is deze overdrijving niet na te bootsen.